woensdag 17 april 2013

Klein in volwassen


Ik hoor het mezelf gewoon zeggen.  Ik herhaal het nog een keer in mijn hoofd. “Ben je daar niet te oud voor".  En hij is pas 12. En dus nog kind.

Maar ga ik niet ook al te ver  mee in deze maatschappij van snel opgroeien en het liefst met zoveel mogelijk ‘volwassen ’dingen en spullen.  En niet te vergeten zo snel mogelijk volwassen gedrag. Oké ze voetballen en spelen  op het pleintje met een bal  waar gele stippen op staan. Dat is natuurlijk ook al niet echt een échte voetbalbal. Maar ze spelen ook hard. En de schuttingtaal is ook volwassen hard. Hard spelen ze ook voor de Playstation. Een spel wat eigenlijk te onvolwassen is qua  spelregels. Want die zijn in deze maatschappij niet getolereerd. Ook zegt mijn twaalf jarige als ik hem binnen roep om half negen ’s avonds nu het langer licht is, dat het ‘belachelijk’ vroeg is en zich schaamt dat ik hem als overbezorgde moeder van het pleintje kom halen. Alsof hij een klein kind is.  
Onze tien jarige zorgt wel dat hij op tijd thuis is, want dan kijkt hij namelijk  de ‘volwassen’ serie van rtl vier. Waar begrippen van dood , seks  en vreemdgaan een grote  rol spelen,  maar wat ze vaak tot de werkelijke kern vergeten uit te diepen.  Zo wordt het al heel normaal gevonden om als tienermoeder je kind heen en weer te laten slingeren tussen zijn echte paps en mams en de nodige koffertjes met drugs.   

De smart social mediawereld is bij de oudste later begonnen terwijl  nu de jongste  al beter zijn weg weet te vinden dan wij als ouders op het gebied van installeren en down loads. En wij volwassen ouders surfen en verbazen dan lichtelijk onvolwassen mee. En worden voor dom aangezien.
Ze Whappen er tegenwoordig op los of we even per direct geld over willen maken omdat er tussen de schoollessen door uitgebreidt 'geluncht' moet worden,  waar je als ouders alleen gaat eten bij speciale gelegenheden.
De ‘oudste’ twee praten hier vaak net al iets té volwassen, en niet alleen onze twee, want ik hoor veel herkenning als ik ergens anders ben en bij toeval een gesprek op vang tussen ouders en hun puber. Je zou als ouder bijna het gevoel krijgen een vriendin of vriendje te zijn van je eigen dochter of zoon. Leuk! In sommige opzichten. En gezellig, ook in sommige opzichten. Een wijntje drinken op een terrasje met mijn bijna 17 jarige dochter is gezellig, maar voelt toch net nog heel verkeerd.

Te volwassen misschien. En ik als mam misschien iets te tolerant.  Want is mijn ouderlijke respect en gedrag grens  overschreden, corrigeer ze dan maar eens terwijl de kurk nog op de fles moet.

En nu, nu wil ons bijna volwassen viertal ineens van alles hebben.  De één wil de nieuwe soort step! Een spacescooter ,  terwijl hij bijna afzwaait van de basis school en de wijde stoere snel volwassen wordende wereld intrekt, en over drieenhalf lente seizoen op mag voor zijn rijbewijs.  De ander wil een hamster, met kooi en gekleurde speelse tunneltjes, terwijl hij tegelijkertijd een kaartje wil bemachtigen voor een of ander té volwassen concert in de buitenlucht en dan waarschijnlijk ergens blijft slapen. En de jongste hangt op dat zelfde moment om mijn nek omdat zijn knuffel kwijt is, en gisteren nog riep dat "Bing een open relatie wil."  En onze oudste vraagt om even te kroelen omdat haar dag zo zwaar is …
Ik hoor het mezelf  hardop vragen. “Zijn jullie daar niet al een beetje te oud voor.”

 

 

 

woensdag 10 april 2013

Speurtocht ....


Vanmorgen kreeg ik te horen dat er een speurtocht wordt gehouden. Onze jongste sproet heeft dat samen met een vriendje georganiseerd. Hij was het alleen vergeten te vertellen. Ze komen niet allemaal zei hij er nog bij , maar wel zo ongeveer 17 kindertjes doen er mee.
Of ik even snel wat verschillende soorten snoep wil gaan halen.  In zakjes wil doen , zo dat iedereen aan het eind toch iets heeft gewonnen.  De speurtocht staat in het teken van de “krant”. Ook door onze sproet en zijn vriendje verzonnen. Deze twee maken elke week een krant met artikeltjes over wat er die week allemaal voor vrolijks heeft af gespeeld in de klas.

Vanmorgen had ik bij het horen gelijk een klein ingehouden  aanvalletje van hysterie.  Ik dacht in mezelf om  sproet zijn pret niet te verpesten, Wat???  17 kinderen? Hier verzamelen? Hoe? En verantwoording en alles blijft vast ook nog spelen? Een speurtocht?! Lekker verward? Daar gaat m’n vrije rustige middag.
Tot dat ik ook een krant lees. De gewone ochtendeditie vol wereld nieuws. En het maakt me licht misselijk.  Verschrikkelijk misselijk tot aan kokhalzend toe,  als ik daarna in ons stille rustgevende huis met dak en het dorp nog vredig aan het wakker worden is , de verschrikkelijke beelden zie op het internet van de bombardementen in Syrië. Mijn zus was daar maandag al helemaal van slag van en ik durfde niet te kijken. Maar het stukje in de krant en het woordje speurtocht laten me voelen dat ik dit wel moet doen. Een burgeroorlog die al twee jaar duurt.  Hier op het aanrecht ligt een nog warm heerlijk ruikend vers afgebakken brood,  net wezen halen bij de bakker.  Zonder erbij na te denken. Het is 'gewoon' één van ons dagelijkse benodigheden. Zondag waren er in Syrie twee honderd dood in , om en bij de bakker.  Niet lang daarna opnieuw een verschrikkelijk bombardement in een wijk waar de meeste slachtoffers kindertjes waren. Het beeld van die gillende moeder met haar dodelijk getroffen dochtertje , levenloos in haar armen houdend, maar door angst gedwongen achter latend voor de veiligheid van haar andere kinderen krijg ik voorlopig niet van m’n netvlies. De andere kindertjes werden levenloos op een achterbak van een wagen gegooid, uit hysterische paniek voor het overvliegende gevechtsvliegtuigje. Het gegil van de in het wilde westen machteloos niet wetende wat te doen rond rennende ouders gemengd met het gegil , gehuil, en gigantische paniek kreten van vluchtende kindertjes snijdt door mijn ziel.

Ik mag nooit meer zuchten!!!   Hier wordt een speurtocht gehouden. Hier rennen en gillen vanmiddag net zoveel kindertjes als in die Syrische wijk op die bewuste afgelopen zondag. In Syrië was en is er elke dag een speurtocht naar veiligheid in combinatie met grote angst. Een lange ingewikkelde over onschuldige lijken heen speurtocht naar vrede!   Deze Syrische kindertjes  “speelden’ een zondag buiten omdat het “rustig” leek. In Syrië spelen de kinderen niet,  al lang niet meer. De oorlog speelt met de kinderen. Met het leven van de kinderen.
Ik ga om snoep!  Zakken vol snoep!  Extra snoep !
Crisis?

In Syrië daar is het  écht crisis! En crisis is een woord. En zelfs dat woord zegt niks bij wat daar gebeurt!!!  Daar bestaat geen woord voor !!





 

 

maandag 1 april 2013

Behalve als 't regent


Nog voor ik  aanbel denk ik wat erg, wat een toestand, wat zielig en wat een opgave. Want ik zie ze altijd samen, eerst met zijn drieën, maar tegenwoordig samen. Zij duwt hem en ze komen elke middag voorbij, door weer en wind, vorst en zon.  Behalve als het regent. Dan wordt hij en zijn rolstoel te nat.
Ineens sta ik daar binnen. En lossen al mijn gedachten op in de warmte die ik voel als ik nog maar op de mat in het rolstoeltoegankelijke  gangetje sta.

Het geluid wat uit de rolstoel komt zijn vrolijke optimistische zinnen zonder woorden, met een onderliggende lach. Ook zij lacht mij breed grijzend tegemoet. Een nieuwe dag met frisse moed zoals elke dag.
Het “werk” wat zij iedere dag heeft aan hem, is zorg. En die zorg doet ze met zoveel liefde en vanzelfsprekendheid dat het mij stil maakt. En zij doet dat ook in stilte. Ze zal nooit klagen, ze fluistert niet eens een zucht als het even niet lukt of moeilijk gaat.  Ze is moeder. Een moeder die al tachtig jaar voor haar inmiddels ruim volwassen kind zorgt met een geestelijk en lichamelijke handicap. Ze is nog nooit met vakantie geweest. Ja één keer, drie dagen met een boot. Bij het aanleggen aan de steiger stroomde haar hart over van blijdschap omdat ze haar kinderen en haar zorgenkind enorm had gemist. Mijn hart heeft een week zeer gedaan zei ze van het huilen over de reling.

Ze heeft geen dag voor haar zelf al die jaren al niet. Eén middagje in de week gaat ze naar een kaartclubje. Maar geen oppas. Haar kind in de rolstoel gaat liefdevol en graag mee.
Zijn gezicht tijdens sinds kort ondersteunde zorg spreekt boekdelen. Hele hoofdstukken van vrolijk en tevredenheid vertelt hij zonder iets te zeggen. Ik lach door en met hem al mijn onzin oordelen en denken weg. Wat een optimisme en wat heb ik een bewondering.
En wat laten zij samen zien dat leven met een aangeboren handicap niet zielig hoeft te zijn. Hij heeft  ondanks dat hij niets tot nauwelijks iets kan, behalve zelf met moeite iets eten en drinken,  allemachtig veel plezier  in het leven. Hij heeft graag een hand vast. Vooral die van haar. Misschien wel een symbolisch groter dan groot dank je wel. Want praten kan hij niet. Maar voelen des te meer. En hij voelt de onvoorwaardelijke liefde van een moeder voor haar kind iedere minuut van de dag. Door haar is hij wie hij mag , wil en vooral kan zijn.  Die lach die hij haar dagelijks geeft maakt alles goed.

Hij klapt in zijn handen alsof ze heeft gewonnen.
Maar ze wint altijd. Ze wint het van iedereen. Tachtig jaar en sterk. Sterk in zorgelijke liefde en liefdevolle zorg. Vanmiddag komt ze weer voorbij, met hem  duwend in de rolstoel, naar haar vierentachtig jarige man, de vader van haar kinderen die op een geriatrie afdeling zit in het verzorgingstehuis. Ze slaat geen middag over.  Behalve als het regent dan wordt hij en zijn rolstoel te nat.