maandag 29 oktober 2012

Choreografie op zondagavond


Zondagavond.
Het hele spul uit het zicht. En met het hele spul bedoel ik manlief en ons viertal.
En nu niet omdat ik ze dan zat ben, maar omdat we dat van het begin of aan hebben aangewend. Hoe klein of groot ze ook waren of zijn,  Zondagavond 20.00 uur gaat alles naar boven. Gewoon omdat manlief en ik dan ook één avondje in de week lekker kunnen bankhangen , samen! 

Dat samen is sinds kort geweest. Want manlief houdt het tegenwoordig nog maar heel even vol en vertrekt dan op aandringen van mij heerlijk naar bed. Alle begrip , want m’n lief werkt keihard en is meer dan vrijwilliger alleen !
Bank voor mij alleen!
Eerst moest ik daar toch even aan wennen. Aan die stilte die dan plotseling toeslaat terwijl alles in huis is.
Ik doe dan het meeste lamplicht uit, en het kaarslicht geeft het een bepaalde sfeer.
En dan ineens is daar de tv weer. Ik kijk bijna nooit tv.  Maar op zondagavond na 20.00 uur wel.

Ik kijk geen boer zoekt vrouw, maar wel So you think you can dance .  Ik vind het leven sowieso heel fascinerend hoe wildvreemde mensen vaak ineens het intiemste contact kunnen leggen.  Hoe mensen door middel van een vraag gesprek zichzelf bloot geven. In de mooie zin van het woord. De filosofie en achterliggende gedachten  maakt vaak dat ik verder afdrijf en enorme inspiratie krijg om  woorden te gaan tikken. Maar die gaan dan een bepaalde kant op die ik niet altijd kan en wil publiceren.  Die zijn vaak te verwarrend en te diep misschien voor sommigen. En soms zelfs ook voor mezelf.
Zie het als een schilderij. Iedereen kijkt naar het zelfde schilderij, maar we zullen diep van binnen allemaal wat anders zien. Een verschillend verhaal.

En een verhaal vertellen is makkelijk, je lippen bewegen en er stromen woorden uit, maar de betekenis en diepte maakt het veel moeilijker.
En dan is daar op zondagavond Isabelle met haar choreografie! Jeetje , wat maakt die vrouw een hoop in mij los. Alleen haar uitstraling al. En ik heb niets met dansen. Ik kan niet eens dansen. Niet op die manier zoals zij danst. Ze doet me wel altijd aan iemand denken als ik haar zie.  En ook zij heeft zo’n zelfde soort elegantie en kracht, vooral als ze danst. En hoe mooi is het als twee wildvreemde mensen net als gisteravond door middel van een moderne dans zo verstrengeld raken in elkaars emotie , door het vertellen van een verhaal in dans. De passie en diepzinnigheid in creatie van bewegen op de met gevoel uit gekozen muziek,  zoog me gisterenavond helemaal mee in de samen smelting van het verhaal. Isabelle weet alledaagse dingen in de mens te vertalen tot diepzinnigheid! Ze sleurt je mee in de emotie of je nu wilt of niet. Ze laat mensen zien en voelen in haar eigenwijze bijzondere choreografie zonder dat ik er verstand van heb,  dat het leven vol positiviteit en levenskracht zit, na welke tegenslag dan ook. In nog geen twee minuten voelt het of  ik mee ga op reis  in het leven van twee wildvreemde mensen. Ze verteld beeldend diep en rakend.  En daarom koester ik zeker deze zondagavonden voorlopig nog een paar weekjes! Emotioneel en heerlijk alleen op de bank!

 (Et aprés , lijkt me dan ook helemaal geweldig te mogen beleven na het zien van Ne me quiette pas .)

 

 

 

zaterdag 27 oktober 2012

Schaduw

Ik had het al gezien. Hij week af van de andere jongens.
Toen nog jong en onbevangen. Hij droeg shirts met opdruk, van die grote niets zeggende maar fantasie creërende figuren.
Hij rookte, hij rookte zware shag uit van die blauwe gladde pakjes van Nelle.
Zijn stoere jack met leren elleboog stukken maakte een kraak geluid bij iedere beweging, en hij rook naar wasmiddel.
Op een afgelegen dreef hoorden we het ronken van de auto , zijn mond maakte wolkjes rook.
Zijn verschoten zilverkleurige oorbel, gesleten schoenen onder zijn jeans vol scheuren, ik vond alles aan hem prachtig. Zijn verse tattoo zag hij als kunst .

“Ooit zei hij, maak ik kunst” .

Met zijn arm zwaaiend uit het raampje weg ebbend onder de klanken van zijn R.E.M. verdween hij met de noorderzon.

Onder het oranje licht van de straatlantaarns kwam hij aangelopen na al die jaren. Volwassen en zijn haren langer. Mijn hart stond heel even stil.
Kunstenaar is hij nu en we bespraken ons leven aan een tafeltje in de kroeg . Hij dronk bier, grote glazen gevuld met geel spul . Ik zag hoe zijn lippen iedere keer opnieuw verdwenen in een laagje wit schuim, terwijl ik me bewust werd van zijn warme been tegen de mijne onder het wankele tafeltje. Ik dronk thee en beet in het randje van het plastic bekertje.

Zijn atelier stond vol verf bussen , ezels en kwasten. De zon scheen door het grote raam en liet duizenden streepjes en blokjes in elkaar overvloeien op een lange stenen muur. Op mijn kwetsbaarst hoorde ik mijn eigen ademhaling. Door de houding begon mijn rechter bovenbeen te trillen. Met zijn rug naar me toe zag ik hoe hij mijn lichaam vorm gaf. “Kunst op zijn puurst zei hij”. De stilte werd bevangen door zijn creativiteit. Zijn jeans hing half op zijn billen. Zijn hand bewoog vol overgave over het doek. Mijn gezicht gaf hij de nodige schaduw. Weerspiegeling toen hij over zijn schouder naar me keek.

"Zo zie ik jou, zei hij".
Ik snoof de geur van verf, shag en wasmiddel.
Ander wasmiddel.



dinsdag 23 oktober 2012

Kapot


En dan kom ik geheel onverwachts iemand tegen.
Ik weet dat het er een keertje in zat, mijn gedachten tollen alle kanten op, het liefst wil ik weg kruipen, of net doen of ik haar niet zie. Maar ik kan ze onmogelijk ontwijken. Zij heeft mij al gezien . En ik heb haar gezien.
En wat ik zie laat mijn hart ineen krimpen.

Dat mooie gezicht is zo verschrikkelijk getekend door pijn en verdriet dat ik mezelf totaal verlies in het gevoel van machteloosheid, niet wetende hoe te reageren of wat te zeggen.
Wat vraag ik haar? Wat in godsnaam zeg ik haar?

Ik weet heel goed hoe het voelt, en toch niet. Bij lange na niet. Nog geen twee procent kan ik voelen wat zij voelt. En toch loopt ze hier. Lichamelijk , want met haar hoofd is ze ergens anders, dat straalt er pijnlijk vanaf. Ver weg van hier, onbereikbaar hoog,  bij hem. Ze is de volledige balans  tussen gisteren,  toen ,  nu en werkelijkheid helemaal kwijt. Ze wil het ook niet toe laten.  Ze kan het ook niet toe laten.  Nog lang niet. En dan ineens sta ik voor haar, ze kijkt me aan, maar ziet me nauwelijks.
Ik schrik van haar reactie en mompel iets puur gemeend , maar totaal onzinnig. Jemig wat een harde nietige wereld is het toch denk ik.
Staan we hier zo oneerlijk en verslagen tussen de  borrelnootjes en wasverzachter!

Ze kijkt dwars door me heen, haar ogen staan als een woeste zee die elk moment de dijken kan laten doorbreken. Vanbinnen huil ik al, maar ik wil het niet laten zien. Verdomme zij is degene met het intense verdriet dus vermannen vermannen vermannen  , jemig Jo verman jezelf raast er door me heen.
Ik kan niet blijven staan zonder iets te zeggen, zij wil verder. Zij moet verder.  Ik moet opschieten! Ik moet door de schappen op zoek naar een andere pot verdomde mayonaise. De wachtende rij mensen bij de kassa hebben duidelijk haast en onbegrip. Nietige achterom kijkende blikken. En haar blik van onmacht en oneerlijkheid gemengd met wanhoop van doe iets, maak dat dit afschuwelijke gevoel verdwijnt, snijdt door me heen! Heeft dan verdorie niemand meer enig respect en geduld hier tegenwoordig in dit dorp! Kan ik er wat aan doen dat die rot pot niet is gecodeerd!

En waar ik mezelf niet toe in staat acht gebeurt. Ik pak haar stevig vast en geef haar een kus op haar koude wang. Ze laat me niet los. Ik voel heel haar lijf onder mijn handen beven. Het is nog zo vers, zo rauw!
Ze duwt me weg en zonder ook nog maar iets te zeggen laat ze haar boodschappenkarretje staan en loopt gebroken naar buiten. Haar lange haar danst tegen alles in op haar bruine leren jas , de zon schijnt. Mijn hart klopt in m'n keel en ik staar waterig leeg naar de kapotte pot mayonaise op de harde kille grond.

 

 

 

vrijdag 19 oktober 2012

Je m'apelle


Mevrouw Le Clerqe was een hooghartig 81 jarige Francoise . Ik was net 16 toen ik voor het eerst haar deur opende en haar begroette met 'goedemiddag mevrouw de klerk'.  'Pardon'? Hoorde ik haar alleen maar sissen op het moment ik mijn jas probeerde op te hangen. Het is 'Mevrouw Le Clerqe  meisje'!! En luister heel goed naar wat ik je nu ga vertellen,  want vanaf nu spreek jij mijn naam voor altijd uit  als,  Le Clairrrrreee . En het liefst Madam Le Claire ,, oui?  Oké Madam Le Claire !!  Waarna ik een emmer met sop pakte en de ramen begon te zemen. En ondanks dat er Franse klassieke muziek door de vertrekken heen schalde hoorde ze me vaak zuchten, waar ze gelijk pas op de plaats maakte door middel van een oude spreuk geheel bekakt luid en duidelijk op te sommen.  Want volgens Madam Le Claire gaf een zucht 'veel lucht,  een hart vol smart', kwam hij wat nader, zij wat dichter, dan werd iedere zucht wat lichter'. Waarbij ze ook nog eens licht geïrriteerd een klap op haar zwaar verzilverde telefoonklapper gaf , waardoor de op alfabetische volgorde liggende adres kaartjes door de kamer vlogen en op de blinkende pas geboende houten parketvloer terecht kwamen.

Dan riep ik ietwat boos "Mevrouw de klerk"!!  Waarop ze intens beledigd met een hand voor haar mond verbijsterd  schreeuwde “meisje!  “Que lest mon nom” !?  Ja Hallo, Madam Le Claire … oui oui bon bon !!  Ik was het namelijk die de boel  weer voor de zoveelste keer  netjes moest rangschikken onder het mom van een Franse alfabet les. De A van Anastole riep ik dan met een verveelde  verwaande blik wijzend naar m’n derriere , dat was gelijk de D en de C van in mijn iets te strakke volgens haar ver van Chique pantalon. Met nadruk op Pantalon. Hadden we in passant ook brutaal de P,  en bij de Z liep ik naar de blinkende piano waar ik haar beviel in te vallen bij de Zuiderzeeballade. Deze hooghartige Madam Le Claire zong uit volle borst dit oer-Hollandse zeemanslied na weken van mopperen en tegenstribbelen gewoon mee, terwijl ze haar lippen al zingend bij werkte in de een diep rode kleur, haar wangen poederde uit een oker gele poederdoos van La Fleurs. Corrigerend klappend in haar handen met al haar rinkelende sieraden gaf ze mij iedere week op nieuw een les in leven en laten leven. Want onder dat stijf gekapte zilvergrijs prachtig golvend haar zat een bijzonder eerlijk mens verborgen. Tussen al die aangeleerde hooghartig Frans sprekende zinnen zaten wijze warme woorden. 'Meisje', zei ze op een dag, de buitenkant is altijd geschilderd, de binnenkant is geboetseerd. En mocht je haar vertrouwen hebben gewonnen kwam haar iets ondeugende humor tevoorschijn. Ik had geluk dat, inmiddels jaren geleden, bijna niemand het daar ook maar één middag uit hield. Ik daarentegen gelukkig wel! En haar afschildering begon. Haar harde kleuren vervaagden en haar Monet zag ik tot leven komen. Mijn naam heeft ze nooit uitgesproken. Vannacht heb ik van haar gedroomd. Kraak helder hoorde ik de naald over de oude langspeelplaat gaan. Edith Piaff zong haar favoriete op haar afscheid gedraaide La vie en rose.

En ik,  mevrouw madam Le Clerqe,  ik ben en heet al lang geen meisje meer.
Je m'apelle  Jo .

 

 

                                                      
                                                            

dinsdag 16 oktober 2012

Charmante service


Zijn bus rijdt voor en stopt. Hij stapt uit en zwaait.
Jeetje denk ik hardop wat een leuke vrolijke man.
Ik doe de deur snel open en zijn werktas is van donkerbruin leer. Net zoals zijn stoere brede riem die zijn spijkerbroek siert.

Zijn krullen zijn nog nat.  Ik wil het niet denken, maar denk ’t toch. Vijftig tinten. Vijftig tinten licht in mijn hoofd. Alsof ik zweef. Alsof ik even omhoog wordt getild door een lach die de regen over laat gaan in vallende sterretjes. Andere sterretjes dan die ik het afgelopen weekend zag. Toen viel ik namelijk van een oude fiets , omdat ik nonchalant midden in de nacht tegen een hekje dacht te leunen, naar het niet iets was verplaatst, en ik onder het genot van vriendinnen met heel mijn lijf een doffe klap ter aarde smakte en met mijn hoofd, vooral met m’n bos pas geföhnde krullen in een grote modderplas plonsde.
En nu knal ik bijna met dat zelfde hoofd tegen de deurpost omdat ik hem,  de vrolijke charmante man van het busje met bruine leren werktas en riem naar binnen wil laten. Waarbij hij zich verontschuldigt en zijn lach weer tevoorschijn tovert, met de mededeling niet samen door één deur te kunnen.

Nou,, vanmorgen wel hoor! Wij kunnen best heel goed samen door één deur. Let maar eens op. Ik ben hartstikke leuk. Ook nog eens lief, ik wil heel graag koffie zetten en  ben ik godzijdank ook nog eens net uit mijn kaplaarzen.

Hij drinkt geen koffie , en wat ze ook zeggen van mannen die thee drinken, deze drinkt ‘m in ieder geval zonder suiker, en graag met een smaakje. Terwijl de ketel op het gasfornuis naar hem fluit, kijk ik vanaf het aanrecht hoe hij achterstevoren op de eetkamerstoel gaat zitten en het verloren knoopje van de zitting er weer netjes aan maakt. Zijn T-shirt staat strak gespannen om zijn rug en zijn lippen bewegen mee met een liedje van Aerosmith  terwijl ik de stoom van het gekookte water in mijn linkerzij voel, prikken mijn ogen op zijn gespreidde zeer gespierde bovenbenen.  Hij kijkt op van zijn geklaarde klusje en vraagt of voor de rest alles naar wens is.   Alleen het kussen nog , zeg ik.
Kussen? Vraagt hij ,   en wrijft ondeugend glimlachend met zijn hand door zijn nog natte krullen.

Ja , kussen. Ik bedoel het kussen van de bank, die is zo zacht. Ik zou hem graag wat steviger willen. Voel graag iets hards tegen mijn rug aan.  Hij kijkt op zijn fel blauwe horloge en peinst. Hij zou ‘m graag voor me vullen, maar daar kan en wil hij later nog wel een keertje voor terug komen. Vanmorgen ontbreekt tijd en het juiste materiaal.

Is uiteraard wel service van de zaak….  Uhmm,  ik bedoel natuurlijk van de vrolijke charmante man van het busje met bruine leren werktas en riem ..

 

 

 

 

maandag 1 oktober 2012

Een onverwachts gesprek


Het leven is zo als het is. Mijn ouders heb ik nauwelijks gekend. Mijn lange blonde haar, vaders trots,  werd er af gehaald toen ik acht jaar was, en werd ik wakker in een koud bed op een hele vroege morgen.

Mijn broertjes en zusjes zag ik pas vier weken later in het zelfde kille gebouw. Dankzij de boeren hebben we geen honger geleden, want die brachten iedere dag eten. Ze moesten een zwaar en vooral gevaarlijk  pad afleggen door dat donkere bijna onbegaanbare bos. Maar ondanks de angst en spanning die zo vreselijk voelbaar was ieder uur hebben we het ook goed gehad toen, en we hadden elkaar. Via de post kregen mijn broers ,zussen en ik op een sombere dag een brief. Het regende pijpenstelen die dag, ik weet het nog goed, want het dak boven de bedden lekte. In die brief stond dat vader het niet had gered. Ze zochten een boer die de boel verraden had. Maar onze vader kwam toevallig net aan rijden op de fiets. Werd er vanaf gesmeten, en is niet veel later gesneuveld in het concentratiekamp. Dat lees je dan woord voor woord, regel voor regel . Mijn jongste zusje liep weg en verloor! Twee jaar later werden we bevrijd. Maar de vrijheid was snel weg toen onze moeder een half jaar later door een onbekende ziekte  werd bevangen en bezweek. Dood.
Dat had je vroeger. Hoge koorts en je ging.  Als het je tijd is ga je nu eenmaal.

Dat was een zware tijd! Samen met mijn oudste zusje hebben wij het gezin groot gebracht. Heel hard werken, zeker in die jaren. We hebben enorme armoede gekend. Maar het is goed mogen komen. Ik ben daardoor wel pas laat mijn man tegen het lijf gelopen. Het gezin ging voor, dat had ik haar beloofd op m’n negende! Mijn tijd kwam nog wel.

Nu heb ik alleen m’n oudste zusje nog.  Mijn man is jaren geleden weg gevallen. En nog erger is dat,  toen we net een beetje gingen voelen en beleven wat geluk en genieten inhoudt,  en vooral om dat gevoel toe te laten  met angst en beven voor zelfbescherming van nog meer eventuele ellende, verloren we onze enigste zoon , ons alles, mijn alles, Zo in één klap uit ons leven weg gerukt.
En ook dan moet je blijven adem halen. Dan wéér begint de dag en sluit de dag. Week in week uit, elke dag opnieuw, tegen alle gevoelens in.

Mij hart is ook echt gesloten geweest. Versteend . Noem het versteend. Want de tijd van toen ik acht was heb ik verdrongen en ineens was het daar. Kraakhelder. De geur van brandend haar rook ik opnieuw.

Ik heb denk ik een jaar in sombere sobere eenzaamheid geleefd. Tot ik op een morgen wakker werd en  het licht opnieuw zag schijnen. Vraag me niet hoe, maar ik ben er weer. Ik kon ik zachtjes weer lachen. Ik schrok daar de eerste keer van. Nu niet meer. Ik leef nog.  Ik schijn enorm sterk te zijn. En dat is een gegeven kracht! Zo zie ik het!