Hij noemt me tegenwoordig Roelien …
En Roelien strijkt niet. Tenminste dat denk ik, ik heb ze tenminste niet met een bout in de weer gezien in Gooische vrouwen. Ikzelf
strijk ook niet. Sinds onze trouwdag draagt hij ongestreken shirtjes. Zijn
moeder heeft daar in het hele begin weleens wat van gezegd. Ze zei , 'Zo heeft
hij er bij mij nooit bij gelopen hoor.’
Ze bedoelde verkreukt. Hij loopt er bij mij sindsdien
verkreukt bij. Nu kan ik heel goed met mijn schoonouders overweg. Ik strijk
alleen niet. Maar ze hadden dat in no time geaccepteerd hoor. Dat verkreukte.
En ongeacht dat ik alles ook nog eens in de droger stop valt dat kreukje af en
toe best mee.
Maar vanmorgen net na elf uur voelde ik mezelf een beetje
verkreukt. Ik stond namelijk te strijken. Met een tekort snoertje. Of in ieder
geval een te ver stopcontact. Of een te laag bed , want aangezien wij geen
strijkplank bezitten ben ik verplicht op ons bed te strijken. Waardoor dus mijn
rug , mijn nek, mijn linker bil en
eigenlijk mijn hele voelbare ik in de kreukels kwam. Manlief zelf niet. Die
pakte zijn koffertje. Gooide wat naar zijn idee verkreukte over hemmetjes op
bed. Belde met z’n
blackberry in het Engels. En he said
that they hopefully had a good flight back. And that he saw them next
week. Hij converseerde vloeiend verder terwijl
ik worstelde in mijn knal blauwe bh met een wat ouder niet bijpassend HEMA broekje waar het elastiekje de ergste elasticiteit
van heeft verloren verder met het
verdomde korte snoertje terwijl de stoom
uit het strijkijzer komt en op mijn
blote voeten drupte. Nog een overhemd en er komt stoom uit mijn oren dacht ik.
Niet door mijn wereldreiziger hoor met zijn dresscode notulen. Daar kan hij
niks aan doen. Dat zijn voorschriften. Sinds hij heel de wereld over gaat is er
niet veel verandert behalve dat ik strijk
en hij vaker van huis is, maar ook wat meer thuis dan normaal omdat hij af en toe gezellig
thuis werkt. Voor manlief is het vaak
een omschakeling. Niet alleen in taal, tijd en land, maar ook in diner. De voor
geschotelde kreeftjes op een bedje van fine dining is voor manlief gelukkig
niet echt wat hij verstaat onder smakelijk wat weer tegenover de smakelijkheid
van hoge hakken en kort gerokte serveersters staat. Maar toch het liefst thuis
eet omdat hij daar zijn favoriete moes krijgt geserveerd op een tijdstip waar
mijn kaplaarzen net uit gaan en de modder van de nat geregende hond nog vers
tegen de deur plakt. Maar echt hoor zeg ik , een stropdas schat gaat te ver. Je
hebt je zeven dagen baard er al afgehaald en dat is stropdas genoeg. Zo ultra netjes
glad. En over glad gesproken. Ik strijk tegenwoordig zo glad dat er gewoon een
kaarsrechte scherpe vouw in de mouwen zit. Dat verbaasd manlief dan weer. Hoe
krijg ik die vouw er uit , vroeg hij laatst. Niet schat. Gewoon lekker laten
zitten. Je gaat tegenwoordig gevouwen door het leven, weer eens wat anders dan
gekreukt.