zondag 18 augustus 2013

Vakantie buiten alle zinnen ... 4e en laatste deel


Als ik de laatste dag de koffer zie staan, schrik ik. Mijn drie zwarte jurkjes liggen bovenop. Ik weet het zeker. Maar manlief die blij is dat hij ‘m dicht heeft gekregen met cijferslot en al weigert hem te openen. Hij staat al veilig in het speciale daarvoor bestemde klaar voor vertrek halletje vanwege vroeg uit checken kamer, maar nog wel een dagje resort verblijf.  Ik zet het bijna op een gillen. Hij weet namelijk dat zwart niet bovenop mag. Zwart is negatief. En we moeten verdorie nog met dat akelige vliegtuig mee. Dat is naar mijn dwangneurotische idee de goden verzoeken. Ik eis de koffer open anders wordt het een zeer zwaar laatste dagje. Manlief draait bijna met licht geweld en inhoudende frustratie qua onzinnigheid van de eeuw de cijfercode. Ik zucht van zinnige opluchting. Ik leg drie gele zwembroekjes op mijn zwarte jurkjes. Gered. En nu draai ik de slot code.
Zou de lifeguard bij het zwembad ook een code hebben vraag ik me af, hij draagt namelijk al acht dagen een gele broek en een knal rood shirt. De code van de zin in zijn beroep is dat hij twaalf uur per dag op zijn fluitje blaast bij de drie zwembad glijbanen. Hij is heel streng en ook zijn uiterlijk is nors. Zijn kuiten daarentegen zijn soepel en glimmend.

Als m’n Bing deze laatste dag in gesprek raakt met de moeder van de meisjes met de Dora zwemvleugeltjes, zet ze haar zonnehoed even af. Hij met zijn kroeskrullende kleine meisje op z’n arm lacht verleidelijk en kijkt haar net iets te lang aan. Zij lacht ontspannen terug. Is dit de zin van vakantie? Moesten zij dit allebei over de grens waar lucht en wolken voor nodig waren trotseren om nog meer zin in leven te krijgen. Of in hun geval opnieuw zin in leven. Ik draai me op m’n buik en laat m'n duidelijk leiding nemende soort van Bing met een gerust hart met rust.  Tussen de palmbomen  door zie ik m’n jonge verslaggever aan komen. Even stopt hij, maakt een move en praat door zijn microfoon. Ik glimlach. Hij is licht autistisch met een lichte verstandelijke beperking. Ineens valt mijn blik op onze regenboogbal. Ik roep in een opwelling zijn naam. Dave. Ik heb zijn zusje het horen roepen, dus ga er vanuit dat hij zo heet. Dave kijkt op en ziet me. Loopt achteruit en weer terug. Druk gebarend en verslaggevend. Ik reik hem de bal van een afstandje. Dave doet vier stappen vooruit en anderhalf terug. Als hij dicht genoeg bij me is, vraag ik of hij de bal misschien wil hebben. Hij duwt de microfoon naar m’n mond en ik herhaal als een inval verslaggeefster voor de tweede keer of hij de bal wil hebben omdat wij straks vertrekken. ‘Jammer’, is al wat Dave zegt.  En hij zet het op een rennen met de bal onder zijn arm naar zijn familie toe, waar hij druk pratend in mijn richting wijst. Zijn bril met zwart montuur van Ray ban maakt hem net dat beetje extra Dave. 
Twee uur voor vertrek kijk ik nog eens goed rond. Al deze acht dagen met al die zelfde mensen die het resort maken tot een oase van één van mijn beste vakanties tot nu toe,  heb ik bewonderd. Bewonderd voor het kei harde werken wat zij doen, om het mij en alle andere vakantievierders naar hun zin te maken. Elke nieuwe goedemorgen uit de mond van het animatie meisje uit Moldavië die acht maanden lang haar familie achter laat voor dat kleine beetje verdienste , liet me de zin van vakantie niet zin, maar de zin van en om voor te leven. 
Acht dagen de zelfde gezichten achter de bar en al deze dagen dezelfde kamermeisjes. Dezelfde trap naar beneden waar die lieve turkse man de pad elke morgen watervrij maakte van het nachtelijke tuinsproeien. Ik ga daar van houden op mijn manier. Daar krijg ik iets vertrouwds mee. En als dan zo’n laatste dag is aangebroken en ik het enorm naar mijn zin heb omdat mijn gedwongen vakantiedagdelen eindelijk op zijn, word ik weemoedig.  Ik denk dan gelijk wat heeft vakantie voor zin. Op vakantie gaan is zo ongeveer alles achter laten waar ik van hou, en terug is alles achter laten waar ik net wat mee ben begonnen.
Waar ik onbewust in levens ben gestapt. Stiekem en van een afstand. Maar net dichtbij genoeg.
En net als ik op wil staan en weg wil wandelen uit mijn vakantie oase. Komt m’n verslaggever. Zijn koptelefoon stijf op z’n oren geklemd, z'n microfoon tegen zijn druk bewegende lippen. Ik blijf staan en kijk hem net niet aan. Hij komt dichterbij. Nog een stapje dichterbij. Hij laat zijn microfoon zakken en vraagt, “ heb je whapp?”  Ik ben verbaasd en geef hem het whapp nummer van dochterlief, want ik heb geen whapp. Hij zwaait bij de vertrekhal met zijn microfoon en draait om. Verslaggevend. Manlief trekt de koffer. Met cijfercode en zwart onder geel.

Gisteren hebben wij een spreekbericht ontvangen. Met de vraag of we veilig waren geland.
Groetjes Dave. 'cut'.
Dave bleef nog zeker twee weken daar. Hij had zin in vakantie!

 

 

1 opmerking:

  1. Heeerlijk herkenbaar je verhaal, het voelde voor mij ook even als vakantie, meegesleurd in jouw verhaal. Genietend van je bijzondere omschrijvingen... Welkom thuis! X

    BeantwoordenVerwijderen