Op de pier loopt hij wild heen en weer. Ook zijn stappen
zijn systematisch en geteld. Op zijn hoofd en oren staat een dure koptelefoon.
Een echte beats. In zijn hand heeft hij een nep microfoon die hij steeds naar
zijn mond brengt. Aan zijn gebaren te zien maakt hij een verslag. Hij doet dit
zo echt dat het is alsof hij midden in een oorlogsgebied staat en met gevaar voor eigen leven verslag
uitbrengt voor CNN. Ik zet mijn
zonnebril af en loop langs hem heen. Zijn leeftijd is moeilijk te schatten maar
ouder als zeventien is hij niet.Hij kijkt me net niet aan en draait zijn hoofd
recht vooruit. Negeert me, terwijl hij een gebaar met zijn handen maakt en
roept ’cut ’.
Bij de tafel vol watermeloenen staat een vrouw. Haar twee
blonde dochtertjes met Dora zwemvleugeltjes om hun armpjes jammeren dat ze liever
een snoepje willen. De vrouw probeert gelukkig te kijken en waarschijnlijk te
zijn. Ze probeert zo vrolijk mogelijk te doen, maar ik zie gewoon dat ze dat niet
echt is. Haar ogen staan neerslachtig onder haar grote zonnehoed. Aan haar
ketting om haar gebruinde nek hangt een foto medaillonnetje. Als ik dichterbij kom
zie ik dat ze hem op haar hart draagt. Ik leg de watermeloen terug en stap vanuit de schaduw cirkel in de zonovergoten wereld.
Als ik die late middag aan tafel een man passeer voel ik
zijn ogen op mijn billen prikken. En ik draai om. Hij schrikt. Haalt schuldig
zijn schouders op en tovert een glimlach. Ik lach voorzichtig terug. Een soort
Bing van GTST. En al kijk ik bijna nooit naar die serie ik hou niet van Bing.
Het kleine meisje voor hem aan tafel wrijft haar lange kroeshaartjes uit haar
lieve gezichtje. Als ik voor de tweede keer m’n bordje wil gaan vullen, vlechten
twee getinte sterke handen het kroes haar van het meisje. Dit doet hij zo
geroutineerd dat ik even blijf staan. Hij straalt hierbij zoveel genegenheid
uit dat ik er warm van wordt. Kleine dunne sliertjes haar maakt hij tot een
verweven kunstwerkje. Ik zou een gesprekje aan willen gaan. Hij fascineert me
en maakt me nieuwsgierig. Maar een beetje raar om bij een soort van wildvreemde
Bing aan tafel te gaan zitten en m’n eigen kroost in verbazing achter te laten,
dus loop ik met moeite door.Hij loopt achter me aan en in mijn nek hoor ik in gebrekkig Nederlands 'Goede avond ' fluisteren. Zonder echt te hoeven zien wie mij dat wenst antwoord ik 'goede avond' terug. Bij de witte rijst maakt hij zijn grote hand los van het kleine handje die de zijne omklemd. En voor de tweede keer vraag ik me die dag af waar in dit geval niet de papa maar de mama is.
Mijn verslaggever van die morgen met nep microfoon danst niet veel later in zijn eigen wereld. Los van alle drukte en warmte om hem heen. In zijn wereldje is hij duidelijk gelukkig. En glimlach ik voorzichtig naar ‘m. Hij schrikt van ons oog contact en maakt zich uit de voeten. Druk verslaggevend van het gebeuren.
De zin van vakantie deze dagen is voor mij nog steeds een raadsel als ik langzaam verdwaal in de mensen om me heen. En doordat ik de rustigste vakantie beleef aller tijden laat ik me kopje ondergaan in het bestaan van hen die mij onbewust aantrekken. En net als ik verder wil lezen in het tijdschrift de Linda , over een artikel waar de dood van een vriend en zijn urgente verlangen terug naar hem en de tijd van toen en hun onvergetelijke vakantie samen nogal meeslepend is, glijdt mijn soort van Bing van de glijbaan en voel ik de water spetters op m’n wangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten