Mevrouw Le Clerqe was een hooghartig 81 jarige Francoise .
Ik was net 16 toen ik voor het eerst haar deur opende en haar begroette met
'goedemiddag mevrouw de klerk'. 'Pardon'?
Hoorde ik haar alleen maar sissen op het moment ik mijn jas probeerde op te
hangen. Het is 'Mevrouw Le Clerqe meisje'!! En luister
heel goed naar wat ik je nu ga vertellen,
want vanaf nu spreek jij mijn naam voor altijd uit als, Le
Clairrrrreee . En het liefst Madam Le Claire ,, oui? Oké Madam Le Claire !! Waarna ik een emmer met sop pakte en de ramen
begon te zemen. En ondanks dat er Franse klassieke muziek door de vertrekken
heen schalde hoorde ze me vaak zuchten, waar ze gelijk pas op de plaats maakte
door middel van een oude spreuk geheel bekakt luid en duidelijk op te
sommen. Want volgens Madam Le Claire gaf een zucht 'veel lucht, een hart vol smart',
kwam hij wat nader, zij wat dichter, dan werd iedere zucht wat lichter'. Waarbij
ze ook nog eens licht geïrriteerd een klap op haar zwaar verzilverde
telefoonklapper gaf , waardoor de op alfabetische volgorde liggende adres kaartjes
door de kamer vlogen en op de blinkende pas geboende houten parketvloer terecht
kwamen.
Dan riep ik ietwat boos "Mevrouw de klerk"!! Waarop ze intens beledigd met een hand voor
haar mond verbijsterd schreeuwde
“meisje! “Que lest mon nom” !? Ja Hallo, Madam Le Claire … oui oui bon bon
!! Ik was het namelijk die de
boel weer voor de zoveelste keer netjes moest rangschikken onder het mom van een
Franse alfabet les. De A van Anastole riep ik dan met een verveelde verwaande blik wijzend naar m’n derriere , dat
was gelijk de D en de C van in mijn iets te strakke volgens haar ver van Chique
pantalon. Met nadruk op Pantalon. Hadden we in passant ook brutaal de P, en bij de Z liep ik naar de blinkende piano
waar ik haar beviel in te vallen bij de Zuiderzeeballade. Deze hooghartige
Madam Le Claire zong uit volle borst dit oer-Hollandse zeemanslied na weken van
mopperen en tegenstribbelen gewoon mee, terwijl ze haar lippen al zingend bij
werkte in de een diep rode kleur, haar wangen poederde uit een oker gele
poederdoos van La Fleurs. Corrigerend klappend in haar handen met al haar
rinkelende sieraden gaf ze mij iedere week op nieuw een les in leven en laten
leven. Want onder dat stijf gekapte zilvergrijs prachtig golvend haar zat een bijzonder
eerlijk mens verborgen. Tussen al die aangeleerde hooghartig Frans sprekende
zinnen zaten wijze warme woorden. 'Meisje', zei ze op een dag, de buitenkant is
altijd geschilderd, de binnenkant is geboetseerd. En mocht je haar vertrouwen
hebben gewonnen kwam haar iets ondeugende humor tevoorschijn. Ik had geluk dat,
inmiddels jaren geleden, bijna niemand het daar ook maar één middag uit hield. Ik daarentegen
gelukkig wel! En haar afschildering begon. Haar harde kleuren vervaagden en
haar Monet zag ik tot leven komen. Mijn naam heeft ze nooit uitgesproken. Vannacht
heb ik van haar gedroomd. Kraak helder hoorde ik de naald over de
oude langspeelplaat gaan. Edith Piaff zong haar favoriete op haar afscheid gedraaide
La vie en rose.
En ik, mevrouw madam Le Clerqe, ik ben en heet al lang geen meisje
meer.
Je m'apelle Jo .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten