dinsdag 16 oktober 2012

Charmante service


Zijn bus rijdt voor en stopt. Hij stapt uit en zwaait.
Jeetje denk ik hardop wat een leuke vrolijke man.
Ik doe de deur snel open en zijn werktas is van donkerbruin leer. Net zoals zijn stoere brede riem die zijn spijkerbroek siert.

Zijn krullen zijn nog nat.  Ik wil het niet denken, maar denk ’t toch. Vijftig tinten. Vijftig tinten licht in mijn hoofd. Alsof ik zweef. Alsof ik even omhoog wordt getild door een lach die de regen over laat gaan in vallende sterretjes. Andere sterretjes dan die ik het afgelopen weekend zag. Toen viel ik namelijk van een oude fiets , omdat ik nonchalant midden in de nacht tegen een hekje dacht te leunen, naar het niet iets was verplaatst, en ik onder het genot van vriendinnen met heel mijn lijf een doffe klap ter aarde smakte en met mijn hoofd, vooral met m’n bos pas geföhnde krullen in een grote modderplas plonsde.
En nu knal ik bijna met dat zelfde hoofd tegen de deurpost omdat ik hem,  de vrolijke charmante man van het busje met bruine leren werktas en riem naar binnen wil laten. Waarbij hij zich verontschuldigt en zijn lach weer tevoorschijn tovert, met de mededeling niet samen door één deur te kunnen.

Nou,, vanmorgen wel hoor! Wij kunnen best heel goed samen door één deur. Let maar eens op. Ik ben hartstikke leuk. Ook nog eens lief, ik wil heel graag koffie zetten en  ben ik godzijdank ook nog eens net uit mijn kaplaarzen.

Hij drinkt geen koffie , en wat ze ook zeggen van mannen die thee drinken, deze drinkt ‘m in ieder geval zonder suiker, en graag met een smaakje. Terwijl de ketel op het gasfornuis naar hem fluit, kijk ik vanaf het aanrecht hoe hij achterstevoren op de eetkamerstoel gaat zitten en het verloren knoopje van de zitting er weer netjes aan maakt. Zijn T-shirt staat strak gespannen om zijn rug en zijn lippen bewegen mee met een liedje van Aerosmith  terwijl ik de stoom van het gekookte water in mijn linkerzij voel, prikken mijn ogen op zijn gespreidde zeer gespierde bovenbenen.  Hij kijkt op van zijn geklaarde klusje en vraagt of voor de rest alles naar wens is.   Alleen het kussen nog , zeg ik.
Kussen? Vraagt hij ,   en wrijft ondeugend glimlachend met zijn hand door zijn nog natte krullen.

Ja , kussen. Ik bedoel het kussen van de bank, die is zo zacht. Ik zou hem graag wat steviger willen. Voel graag iets hards tegen mijn rug aan.  Hij kijkt op zijn fel blauwe horloge en peinst. Hij zou ‘m graag voor me vullen, maar daar kan en wil hij later nog wel een keertje voor terug komen. Vanmorgen ontbreekt tijd en het juiste materiaal.

Is uiteraard wel service van de zaak….  Uhmm,  ik bedoel natuurlijk van de vrolijke charmante man van het busje met bruine leren werktas en riem ..

 

 

 

 

1 opmerking: